Leo Timmers werd al meermaals bekroond door de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen. Verwonderlijk is dat niet, hij deelt op een vanzelfsprekende manier de fantasie en het gevoel voor humor van zijn jonge publiek. Dat is in dit nieuwe prentenboek over de vriendschap tussen een jongen en een robot niet anders.
Sam is wild van robots. Hij weet zeker dat ze ergens op een verre planeet wonen. Daar moet iedereen om lachen, zijn ouders op kop. Alleen de oude radio geeft hem gelijk: ‘Dat weet toch iedereen’. De eigenzinnige Sam laat het er niet bij en gaat aan de slag. Met een kapotte stofzuiger, een hark, een tang, een bureaulamp, een ventilator en de oude radio maakt hij zijn eigen robot die hij Franky noemt. Hoewel Franky een andere taal spreekt, begrijpen de twee elkaar uitstekend en spelen ze samen fantastische spelletjes. Maar op een zekere nacht gebeurt het onvermijdelijke…
Franky is een lofzang op de vriendschap, maar meer nog op de kracht en de waarachtigheid van de ver…
Read more
Leo Timmers werd al meermaals bekroond door de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen. Verwonderlijk is dat niet, hij deelt op een vanzelfsprekende manier de fantasie en het gevoel voor humor van zijn jonge publiek. Dat is in dit nieuwe prentenboek over de vriendschap tussen een jongen en een robot niet anders.
Sam is wild van robots. Hij weet zeker dat ze ergens op een verre planeet wonen. Daar moet iedereen om lachen, zijn ouders op kop. Alleen de oude radio geeft hem gelijk: ‘Dat weet toch iedereen’. De eigenzinnige Sam laat het er niet bij en gaat aan de slag. Met een kapotte stofzuiger, een hark, een tang, een bureaulamp, een ventilator en de oude radio maakt hij zijn eigen robot die hij Franky noemt. Hoewel Franky een andere taal spreekt, begrijpen de twee elkaar uitstekend en spelen ze samen fantastische spelletjes. Maar op een zekere nacht gebeurt het onvermijdelijke…
Franky is een lofzang op de vriendschap, maar meer nog op de kracht en de waarachtigheid van de verbeelding. Daarmee schaart het boek zich in een rijke traditie, met klassiekers als De jongen die altijd te laat kwam (1988) van John Burningham en Ze lopen gewoon met me mee (1983) van Steven Kellogg en Margaret Mahy. Typerend hierbij is dat de volwassenen niet (willen) zien wat er ‘echt’ aan de hand is, tot ze niet anders meer kunnen.
Timmers’ karikaturale stijl past uitstekend bij het thema en zet het ongeloof van de ouders en het enthousiasme van Sam duidelijk in de verf. Bij die stijl passen ook de tekstballonnen, waarvan de vorm soms mee emoties uitdrukt.
Typisch zijn ook de lege achtergronden, hier wit of blauw, die uitnodigen om met je eigen verbeelding aan te vullen. Tegelijk bevatten de prenten veel speelse details en voorwerpen die voor extra humor zorgen: wanneer Franky Sam verblindt met een waterpistool, spuit Sam zijn hond en papegaai kleddernat; Franky snoeit de bomen in de vorm van hemellichamen, terwijl Sams vader onverstoord het gras maait; wanneer het ruimteschip landt, komt zelfs een mol een kijkje nemen en wanneer het ruimteschip met Franky vertrekt, blijkt een boompje gesnoeid in de vorm van een hartje, een mooi afscheidscadeau.
De grootste uitdaging voor de illustrator moet zijn geweest om van de robot een levensecht karakter te maken. Daar slaagt Timmers schitterend in, vooral door Franky allerlei expressieve houdingen te laten aannemen die onmiskenbaar emoties uitdrukken van vreugde, verlangen of verdriet. Daarbij speelt de beweeglijke stofzuigerslang als nek een centrale rol, maar ook de ‘hand’ van de hark of de ‘ogen’ van de oude radio spreken een universeel herkenbare taal. Dit komt heel mooi tot uiting bij het afscheid, waarbij Franky zijn kleine vriend teder over het hoofd aait en omarmt. Een hemels prentenboek dat zijn sterren meer dan verdient. [Jan Van Coillie]
Hide text