'Klaas Vaak', 'Het regent het zegent', 'Handjes draaien', 'Tussen Keulen en Parijs', 'Ikkeltje Kramikkeltje'... Dankzij de kleuterklas behoren ze nog steeds tot ons cultuurgoed. Met haar jongste verzameling wil An Debaene deze liedjes voor de allerkleinsten in een nieuwe vorm onder de belangstelling brengen. De selectie is beperkt: 26 liedjes, vooral klassiekers, maar ook enkele minder bekende zoals 'Roe roe kindje' of 'Ik zei er van Jaap'. Deze laatste teksten komen uit oude verzamelingen, waaruit Debaene ook de taal overnam: 'En ze eet zo geren kapoentjes' of 'ter ruste', 'blij te moe'. De liedjes staan gegroepeerd in drie afdelingen: wiegeliedjes, knuffelversjes en huppelliedjes. In het voorwoord gaat de samenstelster kort in op de functies van deze oude liedjes. Wat ze schrijft, is relevant. Alleen jammer dat de formulering zo stroef is, waardoor de tekst niet uitnodigt. Het boek sluit af met muzieknotaties (met gitaarakkoorden) en tips voor bewegingspelletjes bij de teksten. Mees…
Read more
'Klaas Vaak', 'Het regent het zegent', 'Handjes draaien', 'Tussen Keulen en Parijs', 'Ikkeltje Kramikkeltje'... Dankzij de kleuterklas behoren ze nog steeds tot ons cultuurgoed. Met haar jongste verzameling wil An Debaene deze liedjes voor de allerkleinsten in een nieuwe vorm onder de belangstelling brengen. De selectie is beperkt: 26 liedjes, vooral klassiekers, maar ook enkele minder bekende zoals 'Roe roe kindje' of 'Ik zei er van Jaap'. Deze laatste teksten komen uit oude verzamelingen, waaruit Debaene ook de taal overnam: 'En ze eet zo geren kapoentjes' of 'ter ruste', 'blij te moe'. De liedjes staan gegroepeerd in drie afdelingen: wiegeliedjes, knuffelversjes en huppelliedjes. In het voorwoord gaat de samenstelster kort in op de functies van deze oude liedjes. Wat ze schrijft, is relevant. Alleen jammer dat de formulering zo stroef is, waardoor de tekst niet uitnodigt. Het boek sluit af met muzieknotaties (met gitaarakkoorden) en tips voor bewegingspelletjes bij de teksten. Meestal is de uitleg helder, maar bij 'Witte zwanen, groene zwanen' kun je je afvragen tegen wie het kind iets moet zeggen en hoe het dat moet doen zonder dat de anderen het horen. Als afsluiter volgt een beperkte bibliografie. Vreemd is dat Deze haan heeft laarzen aan niet is opgenomen. De meeste van de versjes uit deze bundel staan ook in dat boek, dat overigens bij dezelfde uitgever verscheen.
Het bijzonderste aan dit boek zijn de illustraties. In het spoor van Wolf Erlbruch maakt Martijn van der Linden intrigerende collages met een eigen, humoristische toets. Daarbij geeft hij geregeld speelse interpretaties van de liedjes. 'Het kindeke dat geboren is op 't toppeke van 't huis' is op de tekening afgebeeld als een olifantenjong dat met zijn moeder op het dak van een huis zit. Uit de deur wandelt een lieveheersbeestje bang weg. In het volgende liedje 'Roe, roe kindje' ligt de babyolifant in een kinderkoets. Op die manier ontstaan er verhaallijnen tussen de tekeningen. Daarvoor zorgen ook twee kleine ruimtewezentjes die op elke prent figureren en ook achteraan bij de muzieknotaties de bewegingen uitbeelden. De illustraties bevatten nog meer extra's. Sommige prenten nodigen uit om voorwerpen uit de teksten te zoeken, zoals de gebroken pomp van Machiel Machuit. Origineel is het gebruik van beeldtaal bij 'Tussen Keulen en Parijs': op een wegwijzer zijn abstracte voorstellingen van de Eifeltoren, de Dom en een Romeinse tempel afgebeeld.
Bij het boek steekt een cd met zang van Riet Muylaert en muziek van Florejan Verschueren en Jan-Kris Vinken. De zangeres weet de sfeer van de liedjes goed te vatten. Ze begint ingetogen met de wiegeliedjes, waarna er meer ritme en vrolijkheid komt met de huppelliedjes. [Jan Van Coillie]
Hide text