Wanneer papa achtereenvolgens staat te babbelen in de supermarkt, te bellen in de keuken, en zit te tokkelen op zijn smartphone, vraagt zijn dochter: Als je straks eindelijk bent uitgepraat, heb je dan nog wel woorden over voor mij?” Daarop haalt de man alles uit de kast om haar gerust te stellen. Als nodig zal hij naar de ondergrondse woordenfabriek gaan, een raket zal bouwen, zich laten teleporteren, krimpen tot hij op de reddingsboot van de muizen past, piraten trotseren ...

Wat een heerlijke vraag om van te vertrekken! Blijkbaar kwam ze van het dochtertje van de auteur en illustrator zelf. Een aardig detail is dat de illustraties op het titelblad en zelfs daarvoor het verhaal al op gang trekken en opbouwen naar de vraag. En vanaf het moment dat die valt, ben je vertrokken op een eindeloos fantasierijk avontuur. Bijzonder hilarisch is het hoe het meisje na elke geruststelling van haar vader een nieuw hypothetisch probleem opwerpt. Niet alleen haar vragen, ook de houdingen die ze daarbij aanneemt op haar bed, herken je gegarandeerd bij je eigen kind. Zalig ook om de vader in pyjama in de meest onmogelijke situaties te zien en alle details van zijn zeer wisselende omgevingen te bestuderen.

De taal is geweldig levensecht, niets gekunsteld, maar recht uit de mond van vader en kind. Dit boek voorlezen voor het slapengaan, tovert bij beiden ongetwijfeld een glimlach op het gezicht. Bij je kind omwille van de geruststellende eindeloze ouderliefde, bij jou omwille van de ongebreidelde kinderfantasie.