De levensverhalen van drie vrouwen in Cumbria, Engeland, in drie verschillende tijdsperiodes. De natuur, met name kraaien en insecten, speelt een grote rol in hun leven. Ook krijgen ze alle drie te maken met onderdrukking door mannen. Om en om vertellen ze hun verhaal. Altha, een kruidengenezeres, komt in 1619 voor de rechter, beschuldigd van hekserij. In 1940 wordt de tiener Violet geïsoleerd opgevoed door haar strenge vader. Ze ontdekt dat het te maken heeft met haar jonggestorven moeder over wie vreemde verhalen de ronde doen. In de tegenwoordige tijd vlucht de zwangere Kate (die mishandeld wordt door haar man) naar het huisje van haar oudtante Violet. Ze ontdekt en leert er veel over de natuur en over haar voormoeders Violet en Altha. Het geeft haar de kracht om een nieuw leven te beginnen. Deze debuutroman van een Australisch-Britse auteur is een aardige, makkelijk leesbare roman over drie met elkaar verwante vrouwen die ieder op hun eigen wijze vechten voor een onafhankelijk bestaan. Onderhoudende mix van historische en feministische roman.